Breuken van de elleboog
De elleboog is het gewricht tussen de bovenarm en de onderarm en wordt gevormd door drie botten: het bovenarmbot (humerus), de ellepijp (ulna) en het spaakbeen (radius). Het punt voelbaar achteraan de elleboog is het uiteinde van de ellepijp en wordt het olecranon genoemd.
Samen vormen ze drie kleine gewrichten. Het ellebooggewricht laat plooi-en strekbewegingen toe, alsook draaibewegingen van de onderarm. Een kapsel omgeeft het gewricht en bevat verschillende ligamenten (gewrichtsbanden) die de stabiliteit tijdens bewegingen bewaren.
Er wordt gesproken van een elleboogfractuur wanneer er één of meerdere breuken zijn in de botelementen van de elleboog.
De meest voorkomende elleboogfracturen zijn ter hoogte van het olecranon (olecranonfractuur) en de kop van het spaakbeen (radiuskopfractuur).
Bij andere letsels kunnen beide botten gebroken zijn. Soms kan ook het boverarmbot gebroken zijn.
Een elleboogfractuur wordt meestal veroorzaakt door een val op de elleboog of uitgestrekte hand, een harde stoot op de elleboog of een abrupte beweging van de bovenarm.
De oorzaak en de intensiteit van de trauma bepalen de ernst van de breuk. Dit kan gaan van geen of weinig verplaatsing van de breuk tot fracturen met verplaatsing van meerdere botfragmenten.
Symptomen
- Pijn
- Niet in staat zijn om elleboog te bewegen
- Zwelling en ecchymose (blauwe plek) ter hoogte van de elleboog
- Voosheid en tintelingen in de hand (ernstige fracturen)
- Vervorming van de elleboog in geval van verplaatsing van de botstukken
Onderzoek en diagnose
De arts zal vragen stellen over het verloop van het ongeval en een lichamelijk onderzoek uitvoeren. Er zal een röntgenfoto gemaakt worden en eventueel ook een CT-scan en een echografie om de ernst van de breuk te bepalen.
Behandeling
De behandeling hangt af van de ernst van de breuk.
Conservatieve behandeling (zonder operatie)
Wanneer de breuk niet verplaatst is en de ligamenten en spieren intact zijn wordt er gekozen voor een behandeling zonder operatie.
- Pijnmedicatie
- IJsapplicatie
- Bovenarmgips gedurende 2 tot 6 weken
- Na het verwijderen van het gips wordt er kinesitherapie voorgeschreven gericht op de beweeglijkheid van de elleboog en versterking van de spieren.
Operatieve behandeling
Bij complexe olecranonfracturen met verplaatsing van één of meerdere botfragmenten, wordt er gekozen voor een operatieve behandeling. Via 2 metalen pinnen en een spandraad) of door het gebruik van osteosynthesemateriaal (plaatjes en schroeven) wordt de fractuur hersteld.
Bij verplaatste radiuskopfracturen wordt ook meestal gekozen voor een operatieve behandeling. Afhankelijk van het aantal fragmenten wordt gekozen voor het verwijderen van de losse fragmenten, fixeren van de fragmenten met schroeven of het plaatsen van een prothese.
Bij een breuk van de bovenarm (distale humerus) zal er afhankelijk van de ernst van de breuk een het aantal fragmenten gekozen worden tussen het fixeren van de verschillende fragmenten met een platen en schroeven of een elleboogprothese.
De operatie verloopt onder volledige verdoving, de hospitalisatie duurt ongeveer 1 tot 2 dagen.
Complicaties
Complicaties zijn mogelijk na iedere operatie, gelukkig blijven ze eerder zeldzaam. De meest voorkomende verwikkelingen zijn wondinfectie, nabloeding, zenuwschade, loslating van het fixatiemateriaal.
Revalidatie en herstel
De revalidatie na een elleboogfractuur bedraagt 3 tot 6 maanden en moet steeds individueel geëvalueerd worden.
Na de operatie
- Pijnstilling
- IJsapplicatie
- Drukverband of gips
- Draagdoek om de arm te laten rusten (1 tot 2 weken)
- Na de operatie mag de elleboog bewogen worden zonder belasting en onder de pijngrens (indien er geen gips is)
- Na zes weken is belasting toegelaten en mag kinesitherapie gestart worden gericht op de beweeglijkheid van de elleboog en versterking van de spieren.
Na 6 tot 9 maanden kan er overwogen worden om het fixatiemateriaal operatief te verwijderen.